Paragraaf 3 Liefde en jaloezie, opdracht 15

Opdracht 15 (pag. 59)

Test: Hoe is jouw ideale vriend of vriendin?

Print deze test uit, vul hem in en neem het blaadje mee naar de les.

1. Hoe oud is jouw ideale vriend of vriendin?        
a. □ Even oud
b. □ Maximaal twee jaar jonger dan ikzelf
c. □ Maximaal vijf jaar ouder dan ikzelf
d. □ Anders, namelijk...

2.  Welke vorm van relatie zou je willen?
a. □ Helemaal geen relatie
b. □ Een ‘los-vast’ relatie
c. □ Een vaste relatie
d. □ Anders, namelijk...

3.  Wat vind je het belangrijkste aan zijn of haar uiterlijk?
a. □ Ogen                         b. □ Mond, tanden                c. □ Haren
d. □ Gezicht                     e. □ Handen                          f. □ Billen
g. □ Buik                           h. □ Borstkas/borsten           i. □ Benen
j. Anders, namelijk...

4.  Welke lengte moet je vriend/vriendin hebben?
a. □ Even groot.                            
b. □ Groter dan ik zelf ben.
c. □ Kleiner dan ik zelf ben.         
d. □ Maakt niets uit.

5.  Wat is zijn/haar postuur?
a. □ Slank              
b. □ Stevig                 
c. □ Gemiddeld         
d. □ Maakt niets uit

6.  Wat vind je dat hij of zij in ieder geval moet zijn?
a. □ Slim                b. □ Zacht                  c. □ Betrouwbaar       d. □ Eerlijk
e. □ Handig            f. □ Bescheiden         g. □ Zelfstandig         h. □ Zelfverzekerd
i.  □ Lief                  j. □ Stoer                   k. □ Begrijpend          l.  □ Grappig

7.  Wat moet hij/zij (later) kunnen of willen?
a. □ Huishouding                                           
b. □ Klussen opknappen                         
c. □ Kinderen verzorgen  
d. □ Voor het inkomen zorgen

8.  In welk beroep zie je hem of haar het liefst?
a. □ Bouwvakker    e. □ Politie                   i. □ Interieurverzorgster        m. □ Elektricien
b. □ Eigen bedrijf    f. □ Verpleegkundige   j. □ Magazijnbediende          n. □ Journalist
c. □ Leraar             g. □ Kunstenaar           k. □ Vertegenwoordiger        o. □ Caissière
d. □ Boer(in)           h. □ Piloot                    l. □ Anders, namelijk...

9.  Welke drie beroepen in ieder geval niet?
_________________________

_________________________

_________________________

10. Jouw partner moet het eens zijn met de volgende uitspraak:
a. □ De jongen geeft leiding, het meisje volgt.
b. □ De vrouw geeft leiding, de man volgt.
c. □ Jongens en meisjes moeten samen beslissen. Ze zijn gelijkwaardig.

11. Welke hobby’s moet hij/zij volgens jou hebben?
a. □ Sport                  b. □ Facebook            c. □ Knutselen           d. □ Pokeren
e. □ Dieren                f. □ Gamen                 g. □ Kunst                  h. □ Koken
h. □ Wandelen           i. □ Uitgaan                 j.  □ Chillen                k. □ Lezen
l.  □ Anders, namelijk...