Paragraaf 7 Leerpunten bij dit hoofdstuk (6) De test: hoe verdraagzaam ben jij?

Hoe ga jij om met mensen die zich anders gedragen dan jij? of andere meningen hebben dan jij? Verdraag jij dat gemakkelijk? Of wijs je het snel af? Met andere woorden: hoe verdraagzaam ben jij? Met een moeilijk woord: hoe tolerant ben jij?
Doe de test en schrijf de score in je leerwerkboek op bladzijde 143.

 

Opdrachten

Vraag 1

Leerlingen en leraressen in de klas mogen een hoofddoek dragen.

Vraag 2

Maak de volgende zin af: discriminerende uitspraken moeten …

Vraag 3

Een dominee, pastoor, imam of rabbijn noemt in zijn preek homoseksualiteit onnatuurlijk. Hij zegt: “Het is in strijd met de wil van God/Allah.”

Vraag 4

Een eigenaar van een uitgaansgelegenheid laat Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen niet toe.

Vraag 5

Een leerling in de klas heeft een playboyagenda. De leraar verbiedt de agenda te gebruiken op school.

Vraag 6

Bij een voetbalwedstrijd wordt tegen de scheidsrechter een beledigende opmerking gemaakt over zijn moeder. Hoe kijk jij daar tegen aan?

Vraag 7

Enkele leerlingen weigeren mee te doen aan een sinterklaasfeest op school. Ze vinden het een ‘wit feest’. De zwarte Pieten spelen een ondergeschikte rol. Deze leerlingen zijn zelf zwart en vinden het niet fijn. Wat vind jij?

Vraag 8

Een Somaliër wordt voortdurend lastig gevallen door een groep jongeren.