Paragraaf 6 Leerpunten bij dit hoofdstuk

Opdracht 36 (pag. 51)

Open vragen

1. Wat zijn belangrijke waarden voor moderne humanisten? Noem er drie.

2. Hoe staat het humanisme tegenover regels? Hebben we die nodig?

3. Hoe kijkt het humanisme aan tegen levensbeëindiging door de mens zelf?

4. Humanisten zijn meestal tegen de doodstraf. Waarom?

5. De Rechten van het Kind geven ook aan waar ouders voor moeten zorgen en wat de regering moet doen. Geef een voorbeeld.

6. Geef twee voorbeelden bij de 'ik heb een mening rechten'.

7. Discriminatie van joden en moslims komt voor in Nederland. Met welk (kinder)recht is dat in strijd?

8. Leg de volgende zin van Sartre uit: 'Je mag niet zeggen dat je geen held bent, je kiest er voor om wel of niet held te zijn.'

9. Wat doet de stichting Humanistische Uitvaartbegeleiding?

10. Wat is het Humanistisch Verbond? Licht je antwoord toe.


Multiple-choice vragen: goed of fout.

1. Een humanist is vaak ook atheïst.

2. Erasmus was een Italiaan.

3. Een humanist moet niets hebben van discriminatie.

4. Het Humanisme vindt twee dingen heel belangrijk, namelijk God en je naaste liefhebben.

5. De Rechten van het Kind bevatten ook plichten.

6. 'Als kind heb je recht op extra zorg bij een geestelijke of lichamelijke handicap.' Dit is een voorbeeld van de 'De blijf van me af-rechten'.

7. ‘Een gehandicapt kind heeft recht op extra zorg’. Dit is een voorbeeld van ‘De ik-heb-extra-zorg-nodig-rechten’.

8. Voor humanisten is Jezus een groot voorbeeld. Hij kwam op voor de zwakkeren in de samenleving.

9. Sartre vond dat de mens zich meer aan de Bijbel moest houden.

10. Een Stille Tocht is een voorbeeld van een humanistisch ritueel.


Antwoorden open vragen

1. Zelfstandigheid, menselijke waardigheid en eigen verantwoordelijkheid van de mens.

2. Regels zijn nodig, anders zou het in de samenleving een grote puinhoop worden. Vrijheid is prima zolang je de ander geen last bezorgt.

3. Mensen moeten zelf kunnen beslissen over leven en dood.

4. Ze vinden dat ieder mens recht heeft op leven.

5. Jouw ouders moeten zorgen dat jij elke dag voldoende en gezond eten krijgt. De overheid moet zorgen voor scholen, zodat jij onderwijs kunt volgen.

6. - Een kind mag zijn mening zeggen.
- Een kind mag een eigen levensbeschouwing hebben.
- Een kind mag zijn eigen vrienden en vriendinnen kiezen.
- Een kind heeft recht op informatie die voor hem belangrijk is.

7. Recht op een eigen levensbeschouwing, recht op een eigen mening.

8. Er zijn mensen die zeggen: ‘Ik ben nu eenmaal geen held’. Om daarna inderdaad een dienstbevel uit te voeren en onschuldigen te doden. Sartre zegt daarover: ‘Je mag niet zeggen dat je geen held bent. Je kíest ervoor om wel of niet een held te zijn.’
Je moet je leven helemaal zelf vormgeven, zegt Sartre. Er is geen God die dat voor je doet. Steeds moet je keuzes maken. Net doen alsof je niet kunt kiezen, is net doen alsof je geen vrij mens bent.
Sartre zegt: ‘je bent wel degelijk een vrij mens. Je kunt wel degelijk keuzes maken in het leven.’

9. Zij helpt mensen die een uitvaart van een dierbare een humanistisch karakter willen geven.

10. De belangrijkste humanistische organisatie in Nederland. Deze organisatie heeft ongeveer dertien duizend leden. Deze leden zijn allen min of meer actief binnen het Humanistisch Verbond.


Antwoorden multiple-choice vragen

1g, 2f, 3g, 4f, 5g, 6f, 7g, 8f, 9f, 10f.