Opdracht 8, bladzijde 106
Doe de tekst 'Ben jij zelfstandig?'
Je bent laat thuis na het sporten. De rest van het gezin heeft al gegeten. Wat doe je?
Je gaat met je vrienden naar de bioscoop. Jij wilt graag naar een actiefilm. Zij kiezen echter voor een ‘jankfilm’. Wat doe je?
Je beste vriend(in) woont twintig kilometer verderop. Hij/zij vraagt je of je een keer na etenstijd op bezoek komt. Er is een goede treinverbinding. Wat doe je?
Je komt na school bij de fietsenstalling. Je ziet je fiets met een lege band staan. Wat doe je? Wat doe je?
Wie koopt er jouw kleding?
Je bent aan het winkelen met je vriend(in). Je ziet een mooie broek. Je vriend(in) vindt die broek echt niks.