Paragraaf 20 Pantomime

Omschrijving: een toneelstuk waarin een of meerdere leerlingen een situatie of verhaal zonder spraak uitbeelden. Alleen de handen, mimiek (gezichtsuitdrukking) en lichaamstaal worden gebruikt om bepaalde zaken uit te beelden. Het is ook mogelijk geluidseffecten of achtergrondmuziek te gebruiken.

Doel: het bevorderen van creativiteit; het verwerken van bepaalde leerstoffen; toepassing van bepaalde kennis; ontwikkeling van houding.

Werkwijze:

1. Stel vast over welke stof (situatie, verhaal, etc.) je de pantomime wilt doen.
2. Bestudeer  deze stof (situatie, verhaal, etc.) en schrijf een script voor de pantomime.
3. Verdeel de verschillende rollen, bereid je voor en oefen een paar keer.
4. Presenteer de pantomime aan de doelgroep (bv. de klas).
5. Na deze oefening kan er een nabespreking volgen:

- wat wil hier uitgebeeld worden?
- wat kunnen we daar van leren?
- hoe kijken we aan tegen het idee en de uitvoering?
- etc.

6. Tot slot kan deze werkvorm (het leerdoel, de voorbereiding, de uitvoering en de nabespreking) geëvalueerd worden.